Johnny de Mol is geen geschikte opvolger voor Hélène Hendriks bij De Oranjezomer, aldus Angela de Jong in haar column voor het Algemeen Dagblad. De mediakenner vindt dat De Mol niet geschikt is om een talkshow te presenteren. In plaats daarvan had Talpa moeten kiezen voor Thomas van Groningen, die eerder deze week te zien was in het programma.
Presentatieproblemen bij De Oranjezomer
Door een ziekte is Hélène Hendriks tijdelijk niet in staat om haar talkshow De Oranjezomer te presenteren. Talpa-baas John de Mol besloot daarop zijn zoon Johnny in te schakelen. De Jong vindt dit een onbegrijpelijke keuze. ‘Een aardige jongen lijkt me, en hij deed het goed met jongeren met een beperking. In een quiz met een Lottobal kan hij het ook nog wel, maar een nieuwsachtige talkshow? Dat past hem niet,’ schrijft ze in haar column. ‘En ook al is zijn vader de baas, dat maakt het niet beter. Blijkbaar was één flop, HLF8 genaamd, niet genoeg.’Volgens De Jong is het duidelijk dat De Mol geen ‘intrinsieke interesse in nieuws’ heeft. Hij lijkt ‘plichtmatig’ het draaiboek af te werken. ‘De enige keer dat hij écht actief leek, was tijdens een stukje in de Beekse Bergen, waar De Oranjezomer wordt opgenomen en hij kon lachen met zijn begeleider. Maar dat is natuurlijk een makkelijke situatie.’ Ook de wisselwerking tussen De Mol en vaste gast Rutger Castricum kan volgens De Jong de kijker niet boeien. ‘Zonder de charme van Hélène is het format van De Oranjezomer te mager voor een uur lang vermakelijke televisie.’De Jong is dan ook van mening dat Talpa een grote fout heeft gemaakt door Hendriks te vervangen door De Mol. ‘Had Talpa Thomas van Groningen op die plek neergezet,’ zegt ze. ‘Toen ik dinsdagavond keek, viel het me op dat hij uitstekend kon presenteren. Hij heeft het talent om de sfeer erin te brengen en durft ook de scherpe randjes op te zoeken.’ Van Groningen is momenteel de presentator van Nieuws van de Dag en wordt gezien als ‘de beste van alle presentatoren’. ‘Dat is niet zomaar. Hij heeft niet alleen talent, maar ook veel ervaring, vooral op de radio, een leerschool die vaak ondergewaardeerd wordt. En dan heb ik het niet over muziek draaien, maar over presenteren en interviewen onder druk, en ervoor zorgen dat het gesprek ook zonder beeld interessant blijft voor de luisteraar.’