Portugal veroverde zondag de Nations League-titel. Gedurende de wedstrijd was Spanje iets sterker, maar eigenlijk waren de teams van gelijk niveau. De Portugezen waren echter net iets beter in het nemen van strafschoppen.
Een spannende wedstrijd
De wedstrijd verliep met veel actie, waarbij Spanje vooral de regie in handen wilde nemen en de balbeheerder was. De Europese kampioen startte sterk en kwam snel op voorsprong. Na een pass van Pedri gebeurde het onvolmaakte wegwerken van de bal door de Portugezen, waardoor Martin Zubimendi in de 21e minuut eenvoudig kon scoren. La Furia Roja kon echter niet lang genieten van deze voorsprong. Nuno Mendes lanceerde zichzelf, in combinatie met Pedro Neto, richting het strafschopgebied van de tegenstander en met een krachtige schuiver passeerde hij doelman Unai Simon.Vlak voor de pauze heroverde Spanje echter weer de leiding. Pedri was opnieuw van cruciaal belang; hij schakelde snel om tijdens een tegenaanval en bediende Mikel Oyarzabal. Met een subtiele tik bracht de valse negen de stand op 1-2. Portugal had enige moeite om kansen te creëren, maar het grote moment van Cristiano Ronaldo liet niet lang op zich wachten. Mendes trok opnieuw op vanaf de linkerflank en zijn voorzet werd aangeraakt, waardoor Ronaldo op de juiste plek stond en eenvoudig kon intikken.Na de reguliere speeltijd volgde een verlenging, maar deze verliep tamelijk rustig. Er werden weinig serieuze kansen gecreëerd, waardoor strafschoppen de uiteindelijke beslissing moesten brengen. In de penaltyserie wist Diogo Costa de poging van Alvaro Morata te stoppen, waarna Ruben Neves de kans kreeg om de beslissende strafschop te nemen. Hij executeerde dit met overtuiging.