Ruud Gullit heeft zich sterk gemaakt tegen de voortdurende discriminatie en racisme in het voetbal. De voormalige topvoetballer gelooft niet dat het mogelijk is om deze problemen volledig uit de sport te bannen. Volgens Gullit ligt de verantwoordelijkheid niet alleen bij de spelers, maar vooral bij de clubs en organisaties die actie moeten ondernemen om discriminatie te bestrijden en spelers te beschermen.
In een gesprek met oud-voetballer Mikaël Silvestre op beIN Sports werd Gullit gevraagd of racisme en discriminatie ooit volledig uit het voetbal te verwijderen zijn. Zijn antwoord? "Nee", stelde hij resoluut. "Het is een maatschappelijk probleem. Het grootste probleem is dat clubs geen verantwoordelijkheid nemen. We hebben veelvuldig gezien dat zwarte spelers worden uitgescholden door fans en dat niemand daar iets aan doet." Hij haalde als voorbeeld aan dat sommige spelers, waaronder die in Italië, het veld hebben verlaten na racistische uitspraken, maar dat dit tot nu toe uitzonderingen zijn.Gullit: 'FC Volendam heeft niets gedaan'
Het gebrek aan bescherming van spelers is voor Gullit pijnlijk en teleurstellend. Hij constateert dat dit probleem ook in Nederland vaak aandringt. "De laatste keer was nog maar een paar maanden geleden, bij FC Volendam", zegt hij. Gullit verwijst naar de uitspraken van Bilal Ould-Chikh, de aanvaller van Volendam, die onthulde dat hij op 31 januari tijdens een uitwedstrijd tegen FC Den Bosch werd uitgescholden voor 'kankermoslim'. "Het bestuur deed er niets aan. Gewoon, 'ja, maar weet je…' – er werd niets ondernomen. En dat is het probleem: het zit zo diep geworteld in zoveel mensen." Dit interview vond plaats voordat er zich ook racistische uitspraken voordeden bij Go Ahead Eagles – AZ.Gullit noemt een positieve ontwikkeling van de KNVB, die vijf jaar geleden de commissie-Mijnals instelde om meer diversiteit te bevorderen binnen de bond en het nationale team. Gullit is daar zelf bij betrokken. "Maar het gaat niet om diversiteit op lagere posities", benadrukt hij. "We willen diversiteit op hogere niveaus, waar beslissingen worden genomen: aan de top, bij de executives."Hij sluit af met de opmerking: "Veel zwarte mensen weten: we kunnen meedoen, maar niet beslissen." In het begin kreeg dit initiatief veel tegenstand. "Mensen kiezen vaak voor degenen die op hen lijken. Als dit de norm blijft, verandert er nooit iets."‘Geef mensen gelijke kansen’
Toch hoopt Gullit dat mensen het diepere probleem begrijpen. "Laat me een voorbeeld geven van hoe het werkt in Nederland en Frankrijk", gaat hij verder. Hij legt uit dat sollicitaties voor stages al vanaf het begin slechter verlopen voor mensen met namen als Mohammed, vergeleken met iemand die Jan heet. "Ze krijgen een lijst van kandidaat-stagiairs: Jan de Vries, Kees, Mohammed, enzovoorts. En dan kiezen ze. 'Nee, geef mij maar Jan' of 'Geef mij maar Kees'. Dit is al het moment waarop deze mensen geen kans krijgen, wat ontzettend frustrerend voor hen is."Gullit wijst erop dat dit leidt tot een vertekend beeld van deze groepen. "Je wilt geen gefrustreerde mensen creëren", benadrukt hij. "Wat er gebeurt, vooral in de media: ze wijzen deze groepen aan en zeggen: 'Zie je, ze zijn altijd agressief, ze zijn altijd boos.' Nee, jullie hebben deze situatie gecreëerd. Je moet met hen in gesprek gaan en hen kansen bieden om deel uit te maken van de samenleving.""Geef ze gewoon een kans om te praten. Niets meer", aldus de Europees kampioen van 1988, die zijn strijd niet meer alleen voor zichzelf voert. "Ik had een mooie carrière, maar je moet het grotere geheel zien, niet alleen aan jezelf denken, maar ook aan anderen. Ik heb mijn succes al, maar als ik iets kan verbeteren voor een ander, ben ik al tevreden. Ik blijf me hiervoor inzetten. Tussen het publiek is er echter geen gezag vanuit mijn groep: "We willen meer mensen helpen, maar we kunnen het niet, we hebben geen autoriteit."Gullit is duidelijk bezorgd. "Het zou fantastisch zijn als we met de overheid konden samenwerken om ons werk uit te breiden. Maar momenteel willen rechtse partijen er niet over horen en niet over praten. Dat is gevaarlijk: "Het gaat escaleren. Voor mij ligt de oplossing voor de hand: je moet deze mensen erbij betrekken. Maak ze onderdeel van jouw apparaats. Dat is alles wat ik vraag."