Paixão-transfer naar Marseille nog niet rond: 'Vandaag laatste kans, anders zoeken ze verder'
Igor Paixão staat op het punt om de overstap te maken naar Olympique Marseille. De Franse topclub is dichtbij een overeenkomst met Feyenoord voor de overgang van de Braziliaanse aanvaller. Naar verluidt ontvangen de Rotterdammers ruim dertig miljoen euro, plus vijf miljoen euro aan bonussen.
Paixão heeft dit seizoen indruk gemaakt bij Feyenoord, vooral in de tweede helft van het seizoen. Hij speelde uitmuntende wedstrijden in de Champions League, waaronder tegen AC Milan, en verbeterde zijn seizoensstatistieken in de Eredivisie met onder andere drie doelpunten en twee assists in de uitwedstrijd tegen FC Twente. De 25-jarige buitenspeler voelt zich klaar voor een volgende uitdaging, die nu lijkt te komen in de vorm van Marseille.De Franse club is al langere tijd geïnteresseerd in Paixão. Afgelopen dinsdag leek het zelfs spoedig te gaan gebeuren, toen José Paixão, de vader van de Feyenoord-speler, gespot werd met Marseille-directeur Mehdi Benatia. Ze werden samen gezien in het InterContinental hotel in de Franse kustplaats, volgens een bericht van Marseillais Dans L'ame op Instagram.Recent heeft Feyenoord melding gemaakt van een mondeling akkoord met Marseille over de transfer, aldus Feyenoord Transfermarkt. De nummer twee van de Ligue 1 is bereid iets meer dan dertig miljoen euro te betalen voor de Braziliaanse linksbuiten. Daarnaast kan Marseille nog eens vijf miljoen euro bijleggen indien ze zich kwalificeren voor de Champions League en Paixão meer dan de helft van de wedstrijden speelt. Ook heeft Feyenoord mogelijk een doorverkooppercentage van dertig procent weten te bedingen.Dit lijkt erop dat Marseille Paixão uiteindelijk kan binnenhalen bij Feyenoord. Echter, binnen de club zijn er twijfels over een eventuele transfer naar Frankrijk. "Intern gelooft nog steeds niemand dat Marseille echt kans maakt. De Fransen dienen hun transferrecord te breken om serieus mee te kunnen doen," werd opgemerkt in Voetbal International.
