Driessen bekritiseert ‘huilverhaal’ in het voetbal: ‘Enige zelfreflectie zou ze sieren’
Valentijn Driessen heeft genoeg van het klachten van trainers en technische directeuren over de hoge werkdruk en stress. Hij noemt het een ‘huilverhaal’ waarbij ‘bijna de helft’ aangeeft persoonlijke ondersteuning nodig te hebben.
Recent heeft Coaches Betaald Voetbal (CBV) een rapport gepubliceerd waarin de werkdruk in het betaald voetbal wordt onderzocht. Hieruit blijkt dat veel trainers onder die druk lijden. "Een trainer die de werkdruk in het profvoetbal niet aankan of te veel stress ervaart, is simpelweg niet geschikt voor de functie," schrijft Driessen in zijn column voor De Telegraaf. "Die conclusie durft de CBV echter niet te trekken in hun rapport over werkdruk en stress bij hun leden."Driessen meent dat het onzin is dat trainers zo veel werkdruk ervaren. "Als je het zo bekijkt, stelt het vak van hoofdtrainer eigenlijk niet zoveel voor als ze zelf beweren. Ze worden omringd door een team dat hen allerlei taken uit handen neemt, waardoor ze functioneren als een soort van manager. Het nemen van beslissingen is hun belangrijkste taak. Gemiddeld is een Eredivisie-trainer verantwoordelijk voor zo’n vijftig mensen, inclusief spelers."]},{headingparagraphsDat SuraprDriessen wijst erop dat het trainerschap, in vergelijking met bedrijfsleven, eigenlijk niets voorstelt. “In het voetbal verdienen ze echter veel meer dan een manager bij KPN die ook met vijftig mensen werkt,” merkt hij op. De columnist stelt zich de vraag waarom trainers geen andere carrière overwegen: “Om het wat te overdrijven: stap in je vuilniswagen en je zult niet meer stress ervaren dan wanneer je je rondje moet afmaken.”Hoofdtrainers in het betaald voetbal zijn volgens Driessen allemaal ‘bevoorrechte types’. “Als gezicht van een club staan ze soms onder druk, maar worden ook vaak in het zonnetje gezet. Dit met een genereuze financiële beloning. Bij hun keuze staat echter niemand met een pistool op hun hoofd.” Driessen roept hen die de druk van hoofdtrainerschap niet aankunnen op om eerlijk naar zichzelf te kijken en verantwoordelijkheid te nemen voor hun rol en de club.Vijftig jaar eerder was de situatie nagenoeg hetzelfde volgens Driessen. "Toptrainers zoals Rinus Michels en Ernst Happel deden alles zelf, werden kritisch beoordeeld door de media, voerden strijd met egotrippende bestuurders en met de onzichtbare vijand, de zogenaamde vijfde colonne. Ook toen moest er gewonnen worden, stond er veel op het spel en vonden er meedogenloze afrekeningen plaats binnen teams en met trainers," merkt hij op. Het enige verschil met nu is de opkomst van social media. "Deze wordt door trainers vaak als excuus gebruikt, terwijl je het als trainer in de Eredivisie of Eerste Divisie gewoon kunt negeren."“Enige zelfreflectie zou de huidige generatie trainers en toekomstige lichtingen goed doen,” vervolgt Driessen. “Niet allemaal in de rij staan om te zeggen dat je van je hobby en passie je beroep hebt gemaakt om daarna in de felle schijnwerpers van het hoofdtrainerschap te klagen over werkdruk en stress. Ze zijn zelf verantwoordelijk voor hun keuze.” De journalist vindt dat trainers die 24/7 met voetbal bezig zijn, weinig geschikt zijn. “Ken je beperkingen. Dit maakt een onderzoeksrapport over werkdruk en stress met aanbevelingen tot het pamperen van profcoaches overbodig. Niemand hoeft medelijden te hebben met de hoofdtrainer van een club in het Nederlandse profvoetbal. Ze hebben allemaal zelf voor deze weg gekozen.