Paul Simonis (Go Ahead Eagles)
Eindklassering: 7 | Punten: 51 | Doelsaldo: +2 (57-55)Na het vertrek van succestrainer René Hake naar Manchester United, zocht Go Ahead Eagles naar een nieuwe coach. In hun zoektocht kwamen ze ver in onderhandelingen met Maurice Steijn, die echter op een buitenlandse aanbieding wachtte. Tot ieders verbazing werd Paul Simonis aangesteld. De 40-jarige coach, die geen profcarrière als speler heeft, werkte eerder jarenlang bij de jeugdopleiding van Sparta Rotterdam en was ook vier seizoenen assistent bij Kees van Wonderen, inclusief zijn eerste twee jaren bij Go Ahead. Onder Simonis' leiding speelde de club aantrekkelijk voetbal en eindigde op de zevende plaats, iets wat sinds het seizoen 1970/71 niet meer was voorgekomen. Bovendien werd de KNVB Beker gewonnen. De opportunistische voetbalwereld bewees zijn snelheid toen Simonis deze week als kandidaat bij Ajax werd genoemd, maar hij verlengde zijn contract in Deventer tot medio 2027, waardoor hij de stap naar een topclub voorlopig uitstelt.Peter Bosz (PSV)
Eindklassering: 1 | Punten: 79 | Doelsaldo: +64 (103-39)De trainer van landskampioen PSV kon uiteraard niet ontbreken in deze lijst. Peter Bosz had een seizoen vol hoogte- en dieptepunten. Voor de winterstop speelde PSV opmerkelijk goed, met vijftien overwinningen uit zeventien wedstrijden, vaak met ruime cijfers. Ondanks twee verliespartijen tegen NEC en Ajax leek de titel een formaliteit, vooral met een voorsprong van negen punten op Ajax. Na de winter brak echter een dramatische periode aan waarin de ploeg snel de voorsprong verloor en zelfs achterkwam op Ajax. Publieksklachten stegen, met zelfs de leus 'Bosz out' die te horen was. Clubwatcher Rik Elfrink van het Eindhovens Dagblad stelde eind februari niet uit te sluiten dat Bosz zou worden ontslagen. De clubleiding bleef echter kalm, zelfs toen de titel in gevaar kwam na een nederlaag tegen Ajax. Uiteindelijk wist PSV zijn spel te verbeteren, won de laatste zeven wedstrijden en heroverde de koppositie in de voorlaatste speelronde, waarna de titel veilig werd gesteld op de laatste speeldag tegen Sparta Rotterdam, met Bosz die zijn tweede seizoen met de schaal feierte.